Na jaren aan de rand van de spotlights, opeens in het volle licht: Peter Slager, bassist en tekstschrijver van BLØF, presenteert in november zijn eerste soloalbum ‘Slik’. Twaalf liedjes geschreven in de taal die hij van zijn ouders meekreeg: het dialect van Dreischor, een dorpje op Schouwen-Duiveland. “Het was er tijd voor.”
Tegen de tweehonderd teksten schreef hij al in het Nederlands, zowel voor BLØF als voor anderen, een paar in het Engels en nu opeens een heel album in het Zeeuws. “Dialecten verdwijnen, ook dat van mij. Dat is op zich niet erg. Talen ontwikkelen zich en soms verdwijnt er eentje. Maar voordat niemand het meer spreekt, wilde ik dat dialect vastleggen op de enige manier die bij mij past: in liedjes.”
De teksten gaan over de thema’s die Peter aan het hart liggen: liefde, eenzaamheid, je eigen weg vinden, weemoed. “En dat gekoppeld aan mijn herinneringen. De wind, de zee, de dijk en de stilte in het dorp. En ‘slik’ natuurlijk: de modder die in de oogsttijd achterblijft op de polderwegen.”
Het nummer ‘O Mn Bloedmooie Zeeland’, een vertaling van de Ryan Adams-klassieker ‘Oh My Sweet Carolina’, is een ode aan de provincie waar Peter eigenlijk nooit is weggeweest. “Paskal wilde dit liedje spelen tijdens zijn solotoertje en hij vroeg me of ik het voor hem wilde vertalen. Dat heb ik gedaan en vervolgens dacht ik: ik moet het door-vertalen naar het Zeeuws en het dan zelf opnemen. Het viel uiteindelijk helemaal op z’n plek.”
Op ‘Even wachte’ zingt Rita Zipora mee. “Dit lied hebben we samen geschreven en staat in het Nederlands op Rita’s album Stroom. Maar ik wilde het ook graag zelf gebruiken. Alleen dan anders.” Ook zangeres Anneke van Giersbergen zingt mee op enkele liedjes en de Vlaamse mondharmonica-virtuoos Steven Debruyn is onder meer te horen in het onheilspellende ‘As Dn Diek Straks Breekt’. “Mijn eigen Zeeuwse Armageddon-lied”, aldus Peter, “waarin ik heb geprobeerd de eerbied te vangen die de mensen hier nog altijd hebben voor het water.”
Het akoestische album is grotendeels opgenomen in een oude boerderij in Zuid-Frankrijk. Peter speelde bijna alle instrumenten zelf in, van gitaar tot contrabas en van banjo tot harmonium. “Ik heb me samen met mijn vriend en producer Ronald Vanhuffel een week in het huis opgesloten en dat hoor je terug: de akoestiek, de radiator, mijn favoriete stoel. Gek toch hoe je soms van huis weg moet om er het best over te kunnen zingen.”
Hoe zou hij zelf zijn album omschrijven? “Ach, ik weet het niet precies. Wel echte liedjes, singer-songwritermuziek zeg maar. Of Zeeuwse folk…”